Nota

ROEKE(N)LOOS BEHEER?

Roeken schreeuwen om een oplossing
 


 

H.J. van der Veen







januari 1999
Gemeente Meppel
Afdeling Openbare Werken



Inhoud

1 Inleiding
1.1 Waarom deze nota?

2 Probleemstelling
2.1 Wat houdt het roekenprobleem in
2.2 Waarom is de roek een probleem
2.3 Omvang van de roekenoverlast
2.4 Oorzaken van de problemen
2.5 Conclusies

3 Beleid tot nu toe
3.1 Beleid gemeente Meppel
3.2 Beleid omliggende gemeenten
3.3 Beleid overheid
3.4 Conclusies

4 Nieuw Beleid
4.1 Te ondernemen acties

Literatuurlijst

Bijlage 1 Overzichtskaart van roekenkolonies in 1998 in Meppel (niet opgenomen in dit *.html-document)
Bijlage 2 Overzichtskaart van roekenkolonies in 1998 in Nijveen (niet opgenomen in dit *.html-document)


  1. INLEIDING

  1.1 Waarom deze nota?

Roekenoverlast is een steeds weer terugkerend probleem. Een probleem dat zowel voor de burgers als voor de gemeente Meppel de nodige vraagtekens oproept. Op dit moment is er duidelijk sprake van overlast, maar een pasklare oplossing is (nog) niet gevonden. Maar hoe nu verder?
In 1998 heeft het gemeentebestuur aangegeven dat er maatregelen genomen dienen te worden genomen tegen de huidige overlast. De wens is dit jaar inzicht te krijgen in het roekenprobleem. Om dit te kunnen bewerkstelligen zal er gekeken moeten worden naar het totale roekenprobleem. Deze nota is een aanzet hiertoe. Het doel van deze nota is om de informatie die er momenteel voorhanden is te bundelen tot een (werk)document. Naast een overzicht van de problemen tot nu toe en het beleid omtrent roeken in Meppel en Zw-Drenthe, worden waar mogelijk oplossingen gegeven voor het roekenprobleem.

Deze nota bestaat uit vier hoofdstukken. Naast het inleidende deel in hoofdstuk 1, wordt in hoofdstuk 2 het roekenprobleem nader omschreven. Dit hoofdstuk gaat in op de actuele problemen omtrent de roeken, zowel binnen Meppel als daarbuiten. In hoofdstuk 3 komt het roekenbeleid aan de orde. Behalve naar het beleid in Meppel, wordt ook gekeken naar het beleid in de omliggende gemeenten en de rijksoverheid. Met behulp van de informatie vanuit deze hoofdstukken wordt getracht om mogelijke oplossingen aan te geven voor de roekenoverlast. Deze worden in hoofdstuk 4 nader besproken. De nota wordt afgesloten met een literatuurlijst en een tweetal bijlagen. De voetnoten in de tekst verwijzen naar de literatuurlijst.

Voor het opstellen van deze nota is naast eigen waarnemingen gebruik gemaakt van een aantal gegevens van derden. De broedvogelgegevens werden verkregen via Bureau Veldkamp te Steenwijk (gegevens Steenwijk en omgeving) en Michel Klemann (gegevens Meppel en omgeving). Daarnaast werden de omliggende gemeenten benaderd voor gegevens omtrent het beleid en beheer van roekenkolonies.

      2. PROBLEEMSTELLING

      2.1 Wat houdt het roekenprobleem in?

    Sinds enkele jaren komen er vanuit de bevolking van Meppel en Nijeveen klachten over roeken. Deze klachten bestaan uit geluidsoverlast van nestelende en broedende roeken. De laatste twee jaar concentreert het probleem binnen Meppel zich rond de wooncomplexen Uylenborg en de Breitnerhof. Daarnaast is ook overlast bekend vanuit de voormalige gemeente Nijeveen. In beide gevallen gaat het om roeken die dicht bij woningen broeden. Voor het overgrote deel broeden de roeken in gemeentelijke bomen. De gemeente Meppel is belast met het voorkomen van roekenoverlast. Tot op heden is er voor het roekenprobleem nog geen adequate oplossing gevonden. Behalve de overlast is er dus het probleem hoe deze te voorkomen en te bestrijden is.

      2.2 Waarom is de roek een probleem?

    De roek is een sociaal levende vogel die vooral de laatste tien jaar steeds meer zijn broedterrein heeft verlegd naar de bewoonde gebieden. Roeken leven en broeden in kolonies. Zij zoeken hiervoor hoge bomen in parkbossen, begraafplaatsen, eendenkooien en populierenaanplant. Onder zeer gunstige omstandigheden kunnen kolonies uitgroeien tot wel 2000 nesten. Met name het gedrag van de roek in de grote kolonies is aanleiding tot de huidige problemen. De overlast van roeken doet zich vooral voor in de late winter en het vooijaar. Meestal in maart, maar soms al in januari of februari, betrekken roeken hun kolonies. In de loop van april zijn de eerste jongen te horen en in juni zijn deze vliegklaar.

    In de periode januari tot juni produceren de vogels in de kolonie een aanzienlijke hoeveelheid geluid. Deze geluiden houden in veel gevallen zowel overdag als 's-nachts aan. Binnen Meppel zijn een aantal kolonies aanwezig op minder dan 100 meter van wooncomplexen. De combinatie van afstand woonomgeving en geluidsniveau zorgt ervoor dat roeken als ongewenst worden ervaren. In enkele gevallen wordt ook de vervuiling door uitwerpselen van de roeken al hinderlijk ervaren.

      2.3 Omvang van de roekenoverlast

    Roekenkolonies in steden zijn al vanaf de jaren zeventig bekend uit diverse grote steden in Nederland. De overlast die roeken hierbij kunnen opleveren is een fenomeen dat zich laatste tien jaar nadrukkelijk gemanifesteerd heeft. Uit verschillende delen van ons land zijn meldingen bekend over problemen door roekenkolonies. Ook verschillende gemeenten in de provincie Drenthe zijn de laatste jaren met roekenoverlast geconfronteerd, ondermeer Hoogeveen en Emmen. De huidige overlast in Meppel is dus niet een typisch Meppels probleem.

    Omvang van kolonies binnen Meppel

    In de periode 1993-1998 kende Meppel twintig lokaties met roekenkolonies, die verspreid door de stad en het buitengebied lagen. In 1998 werden zestien broedlokaties geteld (Tabel 1). Bij de vier overige lokaties zijn geen noemenswaardige aantallen broedparen waargenomen.

    Tabel 1: overzicht van roekenkolonies in de gemeente Meppel in 1998
    Bron: Klemann, 1998, bewerkt door H.J. van der Veen
     
    No.
    (volgens kaart)
    Lokatie Aantal paren
    in 1998
    1
    Wilhelminapark/Uylenborg
    88
    2
    Olde Staphorst
    6
    3
    Crematorium
    3
    4
    Reestoord/Breitnerhof
    126
    5
    Eshuisbrug/Handelsweg
    87
    6
    Wandelbos (oprit Zwolle)
    0
    7
    Wandelbos (langs N-375)
    98
    8
    Sportpark Ezing
    58
    9
    MC Meppel (Diaconessenhuis)
    187
    10
    Witte de Withstraat/ G. Borg. str.
    11
    11
    Zuiderlaan/Scholemcomplex
    8
    12
    Rotonde Watertoren
    4
    13
    Hesselingen/ J. Tooroplaan
    6
    14
    Joodse begraafplaats
    3
    15
    Wolddijk
    1(?)
    16
    Industrieweg-west/douane
    18
    17
    Dorpstraat/cafe Oosting
    15

    Enkele opmerkingen:

    • de hier vermelde kolonies zijn geteld in het voorjaar van 1998.

    • de lokatie Hesselingen/J. Tooroplaan betreft een particuliere boom met roekenkolonie.

    • voor de lokatie nabij het Wandelbos (No 6) zijn geen in 1998 geen broedgevallen opgegeven, er zijn echter wel (oude) nesten gesignaleerd.

    In de periode 1993-1998 waren de roekenkolonies nabij het Crematorium en Olde Staphorst groter van omvang. Door verstoring is de kolonie nabij Olde Staphorst deels verdwenen. Of dit ook geldt voor de kolonie bij het Crematorium is niet bekend. Een kolonie aan de Rechterense weg is geheel verdwenen. Deze bevond zich op particulier terrein.

    De kolonie nabij cafe Oosting in Nijeveen (No 17) is een relatief nieuwe en is nog bescheiden van omvang. Waarschijnlijk gaat het hier om een vestiging van roeken die afkomstig zijn uit de omgeving van de Veendijk Niet in het overzicht opgenomen, maar wel aanwezig is een mogelijke broedgeval van de roek in een particulier bosje langs de 2e Kerkweg in Nijeveen.
    In bijlage 1 en 2 zijn overzichtskaarten opgenomen met daarop de roekenkolonies in Meppel en Nijeveen in 998.

    Omvang van de overlast binnen Meppel
    In 1998 is er vanuit de Meppelse bevolking verschillende malen melding gemaakt van overlast door roeken (kolonies). De meest gehoorde klacht is geluidsoverlast. Verder zijn er enkele klachten over uitwerpselen en zwerfvuil onder de bomen als gevolg van aangevoerd nestmateriaal. De meeste klachten worden gemeld rondom de wooncomplexen Uylenborg, de Breitnerhof en de Dorpstraat in Nijeveen. In 1998 zijn er 8 geregistreerde klachten bij de gemeente binnengekomen. Daarnaast zijn er via de wijkspreekuren enkele klachten geuit. Deze zijn niet geregistreerd. Door de aanhoudende geluidsoverlast zijn enkele mensen binnen de Uylenborg van de achterzijde naar de voorzijde verhuisd en hebben sommige bewoners uit de Breitnerhof slaapstoornissen en psychische klachten. Verder wordt gemeld dat het slapen met geopende ramen onmogelijk is door het constante gekras van roeken.

    Omvang van de roekenoverlast in omliggende gemeenten
    In de periode 1990-1998 is ook in omliggende gemeenten de overlast van roeken toegenomen. Uit tabel 2 blijkt dat in de gemeente Westerveld, De Wolden en Steenwijk grote concentraties roeken aanwezig zijn. Met name bij de gemeente Steenwijk zijn de afgelopen jaren veel klachten binnengekomen over roekenkolonies. Het gaat hierbij om geluidsoverlast door nestelende roeken. De meeste kolonies binnen de gemeente Steenwijk liggen in de stadskern en de afstand naar de bewoonde omgeving bedraagt in enkele gevallen minder dan 100 meter. De situatie is dus vergelijkbaar met die van Meppel.

    Ook in Hoogeveen is er sprake van overlast door roeken. Bij de gemeente Hoogeveen zijn het afgelopen jaar veel klachten over geluidshinder binnengekomen In sommige gevallen is er sprake van psychische klachten en slaapstoornissen. Verder zorgen uitwerpselen voor overlast. Verder is bij de kolonies in Havelte enige overlast bekend, vooral langs de Veendijk.

    De kolonies in de Wijk, Koekange en Ruinerwold bevinden zich op particulier terrein en liggen over het algemeen verder van de bewoonde omgeving. Bij deze roekenkolonies zijn geen of nauwelijks meldingen van overlast bekend. Hetzelfde geldt voor kolonies in Staphorst. De aanwezige kolonies (3 stuks) liggen in het buitengebied. In de gemeente Brederwiede zijn geen roekenkolonies bekend.

      2.4 Oorzaken van de problemen

    Er is een tijd geweest dat de roek een vrij schaarse verschijning was in Nederland. Tussen 1960 en 1980 werden roeken sterk bejaagd en had de roek veel te lijden van chemische bestrijdingsmethoden in de landbouw. Ook de nivellering van het landschap, o.a. veroorzaakt door ruilverkaveling, teeltwisseling, e.d., heeft mogelijk aan de achteruitgang bijgedragen. In het begin van de jaren zestig waren er naar schatting 2000 broedparen in Drenthe aanwezig1. Sinds 1977 bezit de roek de status van beschermde vogel. Door deze maatregel en door de vermindering van het aantal bestrijdingsmiddelen kon het aantal broedparen in de tachtiger en negentiger jaren weer stijgen. Met name begin negentiger jaren zijn de aantallen roeken in Meppel sterk gestegen2.

    De belangrijkste vraag is welke factoren hierop van invloed zijn geweest. Hierbij spelen een aantal zaken een mogelijke rol. De huidige overlast van de roek zou te maken kunnen hebben met de gunstige omstandigheden van de lokaties in de stad. Roeken hebben hoge bomen nodig. Binnen Meppel is met name de Uylenborg geschikt vanwege de grote aantallen hoge bomen. Verder kan het ontbreken natuurlijke vijanden, zoals roofvogels, van invloed zijn op de uitbreiding van de roek. Het ontbreken van natuurlijke vijanden, in combinatie met de aanwezige hoge bomen, zou ervoor kunnen zorgen dat roeken ongestoord in steden kunnen broeden.

    Een andere mogelijkheid is de verstoring van de nesten in omliggende gemeenten. Volgens een onderzoek van Klemann is er een relatie van de afname van het aantal broedparen in Havelte en de toename van het aantal broedparen in Meppel (Tabel 2). Ook verstoring van de kolonie nabij Olde Staphorst heeft geleid tot een afname van het aantal broedparen. Of er hier ook een relatie is met de toename van de kolonie nabij de Uylenborg is niet bekend.

    Tabel 2: overzicht van het aantal broedparen in ZW-Drenthe
    Bron: Klemann, 1998, bewerkt door H.J. van der Veen
     
    Plaats
    Aantal broedparen in Zuidwest Drenthe
    Jaar
    1993
    1994
    1995
    1996
    1998
    Meppel
    368
    548
    679
    715
    730
    De Wijk
    697
    762
    744
    696
    700
    Havelte
    1481
    967
    975
    744
    *
    Nijeveen
    0
    6
    42
    59
    60
    Hoogeveen
    710
    580
    415
    390
    *
    Ruinerwold
    285
    263
    277
    301
    *
    Staphorst
    119
    163
    157
    244
    *
    Steenwijk
    179
    174
    157
    289
    350
    (*)  geen gegevens beschikbaar

    Uit tabel 2 blijkt dat het aantal broedparen in Havelte in drie jaar tijd bijna is gehalveerd. In 1993 is in Havelte een particulier bosje nabij Eursinge gekapt, waarin een kolonie roeken aanwezig was. De broedende vogels hebben zich nadien verspreid over meerdere lokaties, waaronder de Veendijk en mogelijk Nijeveen. Daarentegen zijn na 1993 zowel in Meppel, Nijeveen, Staphorst en Steenwijk de aantallen broedparen geleidelijk toegenomen. Aangenomen wordt dat de toename in Meppel en Nijeveen het gevolg is van verstoring van de nesten in Havelte. De verjaagde roekenparen hebben waarschijnlijk hun broedgebied verlegd naar Meppel en Nijeveen. Het is echter onduidelijk waarom de populatie juist in Meppel en Nijeveen is toegenomen en zie kolonies in Ruinerwold gelijk zijn gebleven.

    Ook in Steenwijk is een stijging van het aantal broedparen te zien in de periode 1993-1998. Hier werden in 1998 een aantal roekenkolonies verstoord. Dit heeft tot gevolg gehad dat een aantal roekenparen zich verspreid hebben over de stad en nieuwe kolonies hebben gesticht. Het aantal kolonies is inmiddels gestegen van vier naar ongeveer negen. Ook hier breiden de aantallen broedparen per kolonie zich weer uit3. Volgens Bureau Veldkamp houdt de toename van de roek verband met natuurlijke aanwas. De relatief gunstige omstandigheden (wettelijke bescherming) zorgen ervoor dat de roek in NW-Overijssel en ZW-Drenthe in aantallen vooruit is gegaan. De drang tot uitbreiding van broedplaatsen hierbij is een logisch gevolg.

      2.5 Conclusies

    Zowel uit de koloniegegevens van Meppel en de omliggende gemeenten, als uit de omvang van de roekenoverlast zijn er een aantal conclusies op te maken.
     

  • Het is op dit moment moeilijk te verklaren wat de oorzaak is van de huidige overlast in Meppel. Enerzijds lijkt het te gaan om roeken die afkomstig zijn uit omliggende gemeenten. Anderzijds kan natuurlijke aanwas van de populaties en gunstige (biotoop)omstandigheden een mogelijke reden zijn voor de toename van de roek Binnen Meppel gaat het om een combinatie van beide factoren.

  • Zowel binnen Meppel als in de buurgemeenten liggen een aantal oude kolonies die al enkele jaren niet meer in gebruik zijn. Het-is nog onvoldoende bekend of er behalve verstoring nog meerdere factoren een rol hebben gespeeld bij het verlaten van deze kolonies. Er is op dit moment nog geen duidelijk beeld over de voorwaarden die de roek stelt aan zijn broedplaats.

  • Het incidenteel en onvoorbereid verstoren van roekenkolonies leidt over het algemeen niet tot het gewenste resultaat. Zowel in Havelte als in Steenwijk heeft dit geleid tot opsplitsing en verplaatsing van de kolonies, met als gevolg dat de overlast op meerdere plaatsen is toegenomen. Bovendien is het wettelijk verboden.

  • De meeste kolonies in Meppel liggen op ruime afstand van de bebouwde omgeving (>200m). De uiteindelijke overlast voor de meeste van de roekenkolonies is dan ook te verwaarlozen. In vijf van de zeventien gevallen liggen de lokaties op minder dan 100 meter van de bebouwing. Bij twee daarvan zijn problemen ontstaan (Uylenborg en Breitnerhof) De kolonie in Nijeveen geeft minder overlast en van de Witte de Withstraat zijn geen meldingen bekend. Deze lokatie ligt op slechts 25 meter van de bebouwing.

  • Voorheen lagen kolonies aan de randen van de stad. Met de huidige stadswtbreidingen komen sommige kolonies juist weer binnen de stad te liggen. Bij toekomstig stadsuitbreidingen zou rekening gehouden moeten worden met aanwezige roekenlokaties.

  • Ook vanuit de landbouw wordt de roek genoemd als hinderlijke vogel. Veel roeken worden verjaagd uit angst voor vernieling aan landbouwgewassen en weilanden. Uit onderzoek blijkt echter dat roeken een aantal, voor de landbouw schadelijke, insecten eet, zoals emelten. Bestrijding vanuit dit oogpunt is dus niet gewenst. Met een nieuw uit te stippelen beleid zal rekening gehouden moeten worden met zowel de menselijke aspecten, als de ecologische aspecten.


  •  

      3. BELEID TOT NU TOE

      3.1 Beleid gemeente Meppel

    Sinds enkele jaren kampt Meppel met het roekenprobleem. In 1998 is een eerste aanzet gegeven om de roekenoverlast te verminderen. Een aanvraag voor het verstoren van de twee probleemkolonies werd afgewezen. Het motief voor verstoring (geluidsoverlast schaadt volksgezondheid) werd ongegrond verklaard. Op dit moment is er nog steeds sprake van overlast.

      3.2 Beleid omliggende gemeenten

    Niet alleen binnen Meppel vormt de roek een probleem. Ook de omliggende gemeenten hebben de afgelopen jaren te maken gehad met roekenoverlast. Hieronder volgt een kort overzicht van het beleid wat de afgelopen jaren door de diverse (oud) gemeenten is gevoerd.

    Nijeveen
    De voormalige gemeente Nijeveen heeft in 1997 getracht met kunstvogels de roeken te verjagen. Een eerder voorstel over het gebruik van vuurpijlen is om praktische redenen niet uitgevoerd. Het gebruik van kunstvogels heeft niet het gewenste resultaat gegeven. De kolonie is grotendeels nog intact.

    Havelte
    De voormalige gemeente Havelte heeft de afgelopen jaren geen actie ondernomen tegen de roekenkolonies. In deze plaats zijn een aantal lokaties bekend die door de bevolking als hinderlijk werd ervaren (Veendijk), maar hiertegen is geen actie ondernomen. Wel is in 1993 een vergunning verleend voor het rooien van een bossage met daarin een roekenkolonie. Waarschijnlijk heeft dit geleid tot de overlast binnen Meppel. Op dit moment kent de gemeente Westerveld geen beleid omtrent de roekenoverlast.

    De Wijk en Ruinerwold
    Omdat de aanwezige kolonies op particulier terrein liggen, kent de gemeente De Wolden geen beleidsplan. Er zijn in het verleden wel incidenteel acties geweest vanuit de grondeigenaren.

    Hoogeveen
    Door de overlast van het afgelopen jaar heeft de gemeente een plan van aanpak gemaakt om roeken te kunnen verjagen. Een vergunning moet echter nog worden aangevraagd. In het plan van aanpak worden kunstvogels, bejaging met valimn en het gebruik van alarinpistolen als te gebruiken maatregelen aangegeven.

    Steenwijk
    Wat betreft de aangrenzende gebieden in NW-Overijssel, heeft de gemeente Steenwijk de afgelopen jaren een preventief beleid gevoerd m.b.t. de roekenoverlast. hier zijn in 1998 een aantal kolonies systematisch verstoord met behulp van kunstvogels. Deze maatregelen hebben eerder een negatief dan en positief effect gehad.

    Staphorst
    De gemeente Staphorst heeft de afgelopen geen specifieke maatregelen tegen de roek genomen. De reeds bekende kolonies leveren geen overlast op. Er is geen beleidsplan aanwezig.

      3.3 Beleid overheid

    Wettelijk kader
    De roek is een beschermde vogel en valt onder de Jachtwet. Hij behoort tot de vogels waarop de jacht het gehele jaar gesloten is. Bovendien is het opzettelijk verontrusten van 'gevederd wild', het  wegnemen van de nesten en het vernielen van eieren verboden (artikel 10). De Jachtwet biedt dus niet veel mogelijkheden om de roekenoverlast te reduceren. Een van de mogelijkheden vormt verstoring van kolonies. De wettelijke mogelijkheden voor het verlenen van een vergunning tot verstoren van kolonies worden genoemd in artikel 53 van de Jachtwet. Het verlenen van een vergunning kan onder de volgende omstandigheden plaatsvinden:
    a. in het belang van de volksgezondheid
    b. in het belang van de veiligheid van het luchtverkeer
    c. ter voorkoming van belangrijke schade aan gewassen, vee, bossen, bedrijfsmatige visserij en wateren
    d. ter bescherming van de flora en fauna

    Mogelijkheden
    Om voor een vergunning in aanmerking te komen stelt het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij dat moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:

    1. er moet voldaan worden aan de eisen gesteld in artikel 53 eerste lid van de Jachtwet (a,b,c of d)
    2. de aanvraag moet vergezeld worden van een plan van aanpak, waarin de volgende punten zijn opgenomen:
       1.1 een inventarisatie van roeken in de omgeving
       1.2 een kaart met de lokaties van de roekenkolonies waar vergunning voor wordt aangevraagd
       1.3 de methode van verstoring
       1.4 de voorlichting naar de omgeving
    3. de aanvraag moet worden ingediend door de gemeente, omdat verstoring overlast elders tot gevolg kan hebben.
    4. de verstoring moet diervriendelijk plaatsvinden
    5. er moeten alternatieve broedlokaties in de omgeving aanwezig zijn
    6. de aanvraag moet worden ingediend in samenspraak/samenwerking met de lokale milieu- of vogelbeschermings- organisaties.

      3.4 Conclusies
     

  • De grote beperkende factor in het roekenprobleem is de huidige wettelijke bescherming van de roek. Hierdoor wordt er weinig ruimte geboden om de roekenoverlast tegen te gaan. Er worden de nodige eisen gesteld aan de vergunning voor de verstoring van roekenkolonies.

  • De huidige richtlijnen van het ministerie van LNV geven aan dat bij geluidsoverlast geen sprake is van bedreiging van de volksgezondheid. Er is geen sprake van ziekte, besmetting, e.d. Wat dan wel onder 'volksgezondheid' in artikel 53 wordt verstaan en welke criteria hiervoor gelden blijft onduidelijk.

  • Het verlenen van een vergunning is mogelijk, mits er een goed plan van aanpak wordt gemaakt, met daarbij een goede argumentatie. Het blijft de vraag of de roekenoverlast ten koste gaat van de volksgezondheid. Dit blijft een punt van discussie.

  • Door deze beperkingen zitten veel gemeenten opgezadeld met een roekenprobleem; de wil is er wel, maar de mogelijkheden tegen overlast zijn nihil. Dit is de belangrijkste reden waarom er binnen de verschillende gemeenten nog steeds sprake is van overlast door roeken.

  • Er is vaak te weinig kennis over het afdoende oplossen van dergelijke problemen. Dit heeft weer gevolgen voor de te nemen maatregelen.

  • Zowel bij de bejaging met roofvogels, als de verlaging met kunstvogels zijn de resultaten niet altijd even succesvol gebleken. Andere mogelijkheden, bijvoorbeeld het verjagen door geluidsgolven, vuurwerk en pistolen zal nader bekeken moeten worden. De resultaten van de maatregelen in de gemeente Hoogeveen kunnen als voorbeeld gebruikt worden.

  • De genoemde gemeenten kennen geen specifiek beleid omtrent de roekenoverlast. In het verleden zijn door verschillende gemeenten wel maatregelen genomen, maar de maatregelen zijn niet op elkaar afgestemd.


  •  
     

      4. NIEUW BELEID

      4.1 Te ondernemen acties

    Intern
    Door de huidige wettelijke bescherming van de roek is er op dit moment geen reële kans voor het verkrijgen van een vergunning voor verstoring van de kolonies nabij de Uylenborg en de Breitnerhof. In plaats daarvan zal de gemeente Meppel dit jaar een aantal zaken nader uitwerken omtrent het beheer en beleid omtrent de roekenkolonies. Het gaat hierbij om de volgende items:

  • een inventarisatie naar oude roekenkolonies in en rondom Meppel

  • een inventarisatie naar houtopstanden die geschikt zijn voor roekenkolonies, zowel binnen de bebouwde kom van Meppel en Nijeveen, als in het buitengebied van Meppel.

  • mogelijkheden voor diervriendelijke verstoring

  • eventuele kosten

  • afstemmen van de diverse beleidsuitgangspunten


  •  
     

    Meppel kent naast de huidige kolonies ook een aantal oude roekenkolonies die niet meer als broedlokatie gebruikt worden. Er zal onderzocht moeten worden of deze lokaties nog geschikt zijn en welke maatregelen er genomen moeten worden om deze geschikt te maken. Verder dient er aan totaalbeeld van potentiele broedlokaties binnen Meppel te komen. De geschikte houtopstanden binnen de woonwijken als in het buitengebied zullen in kaart gebracht moeten worden. Bij het maken van een dergelijk overzicht kunnen ook niet gewenste lokaties voor roekenkolonies worden opgenomen. Bovendien zal er bij het ontbreken van specifieke informatie over b.v. voedselgegevens, randvoorwaarden voor vestiging van kolonies e.d. samengewerkt moeten worden met een extern bureau of instantie.

    Er zal met de diverse vergunningverlenende instanties overlegt moeten worden welke diervriendelijke mogelijkheden aanwezig zijn om de nesten te verstoren. Op dit moment dit nog onvoldoende duidelijk. Verder is nader onderzoek nodig om de effecten van de diverse maatregelen te kunnen beoordelen. Dit geldt voor ondermeer het verjagen d.m.v. geluidsgolven en de bejaging met valken. De gemeente Hoogeveen wil, als er vergunning wordt verleent, de komende winter met het inzetten van valken de overlast te lijf gaan.

    Een belangrijk aspect in de roekenproblematiek is dat de diverse beleidsuitgangspunten op elkaar worden afgestemd. Een nieuwe visie voor het roekenbeleid kan immers gevolgen hebben voor andere beleidsterreinen. Het gaat hierbij om o.a:

  • het te voeren kapbeleid

  • aanplantbeleid

  • ruimtelijk beleid


  •  

     
     
     
     
     

    De afdeling Openbare Werken is verantwoordelijk voor het kap- en aanplantbeleid. Bij het kapbeleid zal gekeken moeten worden naar de mogelijkheden om hoge bomen bij potentiele en actuele broedlokaties te beschermen tegen voortijdig kappen. Met behulp van de inventarisatiegegevens van geschikte houtopstanden kan dit in kaart worden gebracht. Zo kan voorkomen worden dat deze lokaties door grootschalige onderhoudswerkzaamheden (dunning, vervanging van bomen, e.d.) ongeschikt worden voor de vestiging van roeken. Ook bij de aanvraag van kapvergunningen door particulieren kan als er is van een (potentieel) geschilde roekenlokatie een herplantplicht opgenomen worden.

    Bij de aanleg van nieuwe groenelementen en bij renovatie van bestaande groenobjecten kan rekening gehouden worden met roeken, door op deze plaatsen te zorgen voor het aanplanten van hoge bomen waarin deze dieren kunnen nestelen of overnachten. Dit geldt vooral voor de randstedelijke zone en het buitengebied.

    Verder zal ook met de afdeling VROM samengewerkt moeten worden bij de afstemming van ruimtelijk beleid. Bij het uitwerken van uitbreidingsplannen kan gekeken worden naar o.a.
     

  • mogelijkheden voor de inpassing van bestaande roekenkolonies.

  • de mogelijkheden voor roeken in de nieuw aan te leggen groenzones


  •  
     

    Dit geldt ondermeer voor de projecten Industrieterrein-Noord fase 2, NAT-Industrieterrein, Berggiersslanden, Danninge Erve en het nog nader uit te werken woongebied nissen Meppel en Nijeveen.

    Extern
    Behalve interne afstemming van beleid is het noodzakelijk dat er ook extern wordt samengewerkt bij het uitwerken van het roekenbeleid. Dit jaar zullen contacten worden gelegd met ondermeer de lokale natuur- en milieuorganisaties, de landelijke vogelbescherming en de buurgemeenten van Meppel. Het doel van deze samenwerking is om gezamenlijk een beleid uit te stippelen voor de aanwezige roekenkolonies. Hiermee wordt voorkomen dat door de gemeenten afzonderlijk ad-hoc acties worden ondernomen, waarbij problemen worden verplaatst naar andere gemeenten.

    Een belangrijke spil hierbij vormen de diverse vergunningverlenende instanties als het Ministerie van LNV en de Provincie Drenthe. Samen met deze organisaties zal gezocht moeten worden naar oplossingen voor de huidige overlast. Van belang is dat de wettelijke mogelijkheden, de voorwaarden en criteria voor het verlenen van een vergunning duidelijk in beeld worden gebracht, met name waar het gaat om de volksgezondheid. Het verdient bovendien de aanbeveling om vanuit het  gemeentebestuur een verzoek bij het Provinciaal Bestuur in te dienen voor het maken van een provinciaal beleid omtrent roekenoverlast in relatie tot de volksgezondheid.

    Samenvattend kan gesteld worden dat een goede samenwerking en afstemming moet:

    voorkomen dat:

  • te snel en overhaast wordt overgegaan tot maatregelen en acties, met alle gevolgen van dien

  • er door overhaast optreden onnodig tijd, geld en mankracht wordt verspilt

  • een vergunningaanvraag afgewezen wordt door gebrek aan goede argumenten

  • betrokken partijen onvoldoende op de hoogte zijn gesteld.

    bewerkstelligen dat:
  • de oorzaken en gevolgen van het roekenprobleem inzichtelijk worden gemaakt

  • er een goede interne en externe afstemming en samenwerking plaatsvindt tussen alle betrokken partijen

  • er bij een eventuele vergunningaanvraag een goed onderbouwd plan gepresenteerd wordt

  • er wederzijds begrip wordt verkregen voor de huidige roekenproblematiek

  • er een permanente voorlichting plaatsvindt naar bewoners en belanghebbenden

      Literatuurlijst
  1. Dijk, A.J. van & B.L.J. van Os, Vogels van Drenthe, Assen, 1982

  2. Klemann, M., Roeken in ZW-Drenthe, 1998

  3. Veldkamp, R., Geweldige toename van de Roek in Steenwijk In: Noordwesthoek 25 (1998) 3, p. 78-81



Nota: Roeke(n)loos beheer? Roeken schreeuwen om een oplossing. H.J. van der Veen, 1 januari 1999, Gemeente Meppel, Afdeling Openbare werken.