Bionieuws 2005 Jrg 15 no 12 pag 10.

Verhuizing van de kerkhofroeken

Schijtende en krijsende roeken veroorzaken veel overlast. Gedragsbiologen hebben in hoogeveen een kolonie naar het buitengebied weten te verhuizen.

Het is dat bosje aan de overkant van de snelweg,' roept gedragsbioloog Diederik van Liere. 'We hebben 127 nesten geteld, een daverend succes. Voor het eerst is het gelukt om roeken te verplaatsen naar een van tevoren aangewezen locatie.'
Van Liere staat naast de A37, ten zuiden van Hoogeveen. Aan de overkant ligt een onopvallend loofbosje ter grootte van een voetbalveld, tientallen roeken vliegen van en naar de nesten in de eiken en berken. Hun monotone krassende geluid - kraa-kraa - wordt overstemd door het geraas van de snelweg.
Roeken zijn beschermde vogels en lijken veel op kraaien. Ze broeden in grote groepen en die kolonies veroorzaken veel overlast in zuidwest-Drenthe. Van Lier: 'Ze broeden in de bebouwde kom en daar krijsen en schijten ze. De gemeentes kregen veel klachten. In Dwingeloo, een toeristisch dorp, werden hotelgasten om zes uur gewekt. Op het terras van Hotel Wesseling stonden moesten de gasten met parasols tegen vogelpoep beschermd worden. Hier in Hoogeveen konden mensen in het voorjaar de overledenen niet rustig begraven, de roeken maakten teveel kabaal.'

Vogelterreur
Op de begraafplaats in Hoogeveen is nu weinig meer van de overlast te merken. Een bordje aan de ingang herinnert nog aan de vogelterreur. Bezoekers wordt om begrip gevraagd: om de roeken te verjagen, klinken af en toe luide knallen. Het is een rustige middag. Twee hoveniers kletsen met elkaar, een merel fluit en enkele duiven koeren.
'Je kunt je niet voorstellen wat een herrie het hier vorig jaar was, in deze eiken zaten driehonderdvijftig roekennesten', vertelt de Drentse gedragsbioloog. 'Nu zitten er nog maar elf, die zijn na begin april gekomen. Tot die tijd hebben brandweer en gemeente de nesten uit de bomen gehaald. Twintig nesten hebben we verhuisd naar de bomen aan de snelweg.'
Roeken gericht verplaatsen is geen sinecure: ze komen steevast terug naar waar ze zijn opgegroeid. Gedragsbioloog Simon Reader van de Universiteit Utrecht verklaart: 'Er zijn aanwijzingen dat vogels - net als insecten - de omgeving onthouden waarin ze opgroeien en daar de restvan hun leven terugkomen. Habitat-inprenting heet dat. Ze onthouden bijvoorbeeld de bomen, de geuren, de geluiden. Het idee is dat vogels die in eiken in de stad opgroeien, later ook zullen broeden in eiken in de stad.'
Samen met Reader en gesteund door het ministerie van natuurbeheer en vijf gemeenten probeert Van Liere de inprenting van de Drentse roeken om te buigen. Niet de bebouwde kom, maar het buitengebied moet hun thuis worden. Het zou een duurzame oplossing betekenen. De jongen die buiten de stad opgroeien, zullen dan in het buitengebied blijven.
In vijf gemeentes - Dwingeloo, Slagharen, De Stapel, Meppel en Hoogeveen - werden roeken verjaagd en op vijf plekken in het buitengebied werden de vogels gelokt. Van Liere verplaatste de nesten naar de gewenste gebieden, en zette er manden met granen en takken neer. Op drie plekken - overigens niet in Hoogeveen - hing hij CD-spelers in de bomen, daaruit klonk 's ochtends en 's avonds het krasachtige geluid van de te verplaatsen groep roeken.

Inprenting
Van Liere weet dat inprenting kan veranderen. Uit de vogeltellingen bleek dat het aantal kolonies in landelijke gebieden daalt en in steden stijgt. De populaties verplaatsen zich dus; 'Dat komt waarschijnlijk door illegale verstoringen. We weten dat nestbomen ingrijpend zijn gesnoeid of gekapt, en de vogels worden verjaagd met buksen en alarmpistolen. In de perceptie van veel boeren zijn roeken schadelijk. Dat is ten dele waar, ze eten graan en maïs. Maar in weilanden foerageren ze voornamelijk op wormen en larven van langpootmug en kniptor. Daarom lokken we de kolonies naar weilandgebieden.'
Reader noemt de verhuizing in Hoogeveen een mooie start, maar vindt het nog te vroeg om te juichen. 'Ik zou graag zien dat de roeken in de andere gemeenten in de komende jaren ook naar de gewenste plekken gaan.' In de vier andere gemeentes zijn de dieren ook met succes verjaagd, maar ze hebben zich niet genesteld in de door Van Liere gewenste bomen.
Ook in Hoogeveen is de strijd tegen de kerkhofroeken nog niet gewonnen. Ongeveer honderd roekenparen hebben zich toch elders in de bebouwde kom genesteld, omwonenden hebben al bij de gemeente geklaagd. Van Liere: 'Dat hebben we niet snel genoeg in de gaten gehad, roeken kunnen binnen twee dagen een nest bouwen. Komende winter gaan we ze daar weghalen. Nu laten we ze met rust, er kunnen nog jongen in die nesten zitten.'

Sociaal leren
Reader wil ook weten hoe individuen hun nestlocatie kiezen en hoe ze informatie van anderen overnemen. Het broeden in kolonies suggereert een mechanisme van 'sociaal leren': het leren van anderen. Om de nesteldrang van individuele roeken te kunnen volgen, was het nodig enkele roeken te ringen. Dat is nog niet gelukt, de roeken lieten zich niet vangen.
Bij een andere koloniebroeder, de withalsvliegenvanger, is al wel experimenteel aangetoond dat deze van zijn buren leert wat goede nestelplekken zijn. Reader. 'Bij die vogel hebben Franse onderzoekers het aantal nakomelingen per nest gemanipuleerd. Ze verplaatsten jongen van het ene naar het andere nest. In het j aar erop bleken de nestlocaties waarvan het aantal nakomelingen kunstmatig was vergroot, populairder. Kennelijk kijken de vogels naar het succes van de buren en onthouden ze dat.'

Gaby van Caulil