Meppeler Courant 21 april 2000

Jacht op luidruchtige zwarte vogels met losse flodders en hagel

'Roekenprobleem aan mensen te danken'

Door Bert Jansen en Bert Kuiper


Roeken, maar ook spreeuwen strijken neer in een bosje bij de S10 nabij Meppel. (Foto: Boom Pers / Willem Bijzitter).

MEPPEL/STEENWIJK- Zelden is er over een vogelsoort zoveel gediscussieerd als over de roek. Het luidruchtige broedseizoen van deze zwarte vogel is weer begonnen. En dat levert veel discussie op tussen de liefhebbers en verklaarde vijanden van de roek. Zeker nu de Corvus frugilegus, zoals z'n Latijnse naam luidt, dankzij zijn beschermde status in aantal is toegenomen en de illegale jacht en het kappen van hoge bomen de roek de bebouwde kom van steden en dorpen indrijft. 'Als er al sprake is van overlast, is dat enkel en alleen te wijten aan onbegrip en menselijk handelen,' zegt vogelkenner Michel Klemann.
De toename van het aantal broedende roeken is buiten proporties, vinden zij die de gevolgen van een roekenkolonie in hun directe nabijheid moeten ondergaan. Grote kwakken stront op ramen, daken en auto's, grote hoeveelheden takken in de tuin, gras dat daardoor elke vorm van groei heeft af gezworen. En dat allemaal in een decor van afgrijselijk gekrijs dat al voor zonsopgang menigeen vroegtijdig wekt of uit de slaap houdt. Maar de natuurvorsers en de vogelbeschermers in stad en streek zien met genoegen het aantal roeken ieder jaar toenemen. Zij roemen de kloeke gestalte van de roek, zijn tikkeltje arrogante manier van foerageren, zij zijn onder de indruk van de majestueuze wiekslag van de gitzwarte vogel. 'Roeken zijn niet beschermd, omdat het mooie vogels zijn, maar omdat hun nut in de natuur bewezen is,' stelt de Meppeler amateur-bioloog Rein Schut. 'Het zijn grondbewerkers, die insecten en larven opruimen. Alle schade aan flora en fauna die de zwarte kraai veroorzaakt, wordt vaak op het bordje van de roek geschoven. De roek valt geen weidevogels aan en gooit niet met steentjes. Als 'ie eens een kiemplantje uit de akker trekt, is de roek op zoek naar insecten. Dat plantje kan hem echt niets schelen. Het grootste probleem voor de roek is het gebrek aan informatie,' rekent Schut af met fabeltjes over de roek.

Wapengekletter

Tweespalt alom. In Willemsoord staan de perenbomen rijkelijk in bloei en ook krentenbossen tonen hun bloesempracht. Rond het hervormde kerkje aan de Steenwijkerweg heerst serene rust. De Amerikaanse eikenbomen die dit Godshuis al vele decennia omzomen, herbergen ook dit jaar geen vogelnesten. De roekenkolonie die daar tot voor enkele jaren driftig aan het bouwen sloeg, is vertrokken naar elders. Een enkeling liet z'n oog vallen op een serie aantrekkelijke bomen nabij de plaatselijke taveerne, maar het merendeel van de roeken vond elders een plek. Het korte, pinnige geknal van alarmpistolen werd hen teveel. Al drie jaar houden omwonenden daarmee de roeken op afstand. Niet tegen de regels van justitie en overheid, wel tegen het zere been van vogelbeschermers. De eiken langs de Oldemarktseweg in het centrum van Steenwijkerwold hebben de 'roeken eveneens hun ranke rug toegekeerd. Daar produceren omwonenden met twee planken regelmatig zoveel lawaai dat, van rustig paren en nestelen geen sprake kan zijn. En dus zien de zwartrokken ook daar om naar een andere locatie voor hun huisvesting. Waar geen wapengekletter klinkt, geen mens hen een strobreed in de weg legt, daar nestelt de roek snel. Zij aan zij. In Steenwijk zijn bomen achter de Kornputsingel, in park Rams Woerthe, langs de Tromp Meesterstraat, Noordersingel en Meentheplein omgetoverd tot huisvesting van roeken. De nieuwste kolonie in Meppel is te vinden in een bosje aan de Hoogeveenseweg nabij het Diaconessenhuis. Op afstand van woningen en.schone,auto's veroorzaken de roeken daar weinig overlast. De meest oudere bewoners van serviceflats aan de Leonard Springerlaan en Zuiderlaan klagen wel steen en been over broedende roeken in het Wilhelminapark en de katholieke begraafplaats aan Hesselingen. 'In de broedtijd is het een ramp voor de bewoners,' zegt bewoonster Clara Miskotte van de Uylenborgh. 's Morgens om vijf uur beginnen ze te krijsen en dat duurt tot zo'n half zes 's avonds. Ik kan kiezen: of er heel vroeg uit of alle ramen dicht en dan nog even doorslapen. Wat een herrie! En dan al die poep! Alles zit er onder. Ik snap niet dat de gemeente zo'n probleem heeft met afschieten. Ik bedoel, reeën en varkens worden op zijn tijd ook afgeschoten, waarom roeken dan niet. Ze komen wel weer terug hoor.'

Jumbo

'Mensen die last van de roeken hebben, schreeuwen het hardst. Mensen die de roeken een warm hart toedragen, hoor je nooit,' zegt de Meppeler vogeldeskundige Michel Klemann. 'Roeken horen erbij, ze zijn een onderdeel van de natuur waarmee rekening moet worden gehouden. En de overlast, die is natuurlijk maar relatief. De vogelpoep spuit de gemeente na acht weken broedseizoen gewoon even van het asfalt en de trottoirtegels. Regen is ook niet altijd leuk, daar protesteert toe ook niemand tegen? En dat lawaai. De middelen die gebruikt worden om roeken te verdrijven, maken veel meer herrie onder het raam. Ik tel deze week vogels in de Noord-Hollandse duinen. Elke tien minuten vliegt een jumbo over. Dan hebben we het pas over herrie. Ik zou liever in het Meppeler Wilhelminapark willen wonen dan in de duinen. Wat te denken van de auto's in de straat?', verzucht Klemann. Hoewel, de meeste boeren in de regio hebben wel een kant en klare oplossing voor de overlast die roeken bij hun voerbulten geven. Ook daar wordt geknald, maar niet met losse flodders. Daar houden hagelpatronen de roek op grote afstand. Niemand zegt het hardop, maar het jachtgeweer kost er menige roek de kop, weet de vogelliefhebber Michel Klemann. 'En daarmee beginnen de problemen voor de steden. In Ruinerwold bijvoorbeeld krijgen de roeken geen poot aan de grond en dat geldt voor meer plekken rond Meppel en Steenwijk. Bij de Bremenbergplas zie je haast geen vogels meer, allemaal verjaagd of afgeschoten. Op het platteland worden houtwallen en bosjes tussen percelen opgeruimd. Roeken willen toch broeden of overnachten en zoeken dan maar veilige plekken op in hoge bomen in de steden,' doceert de Meppeler, die een eigen website over de roek heeft opgezet.

'Aan de rand van de stad en in de bebouwde kom,' wijst Klemann op actuele ontwikkelingen, 'vinden roeken ook geen veilige, laat staan rustige verblijfplaats. In Hoogeveen werden de beschermde roeken toch afgeschoten en de hoge bomen met roeken worden in Meppel omgezaagd.' Michel Klemann somt de Meppeler bomenkap op: populieren aan de Bremenbergplas, de Zomerdijk, Industrieweg, Witte de Withstraat en nog wat straten in de Haveltermade. Dat heeft alle schijn van roekje pesten. Nestbomen omhakken, voordat er roeken in komen. Een en ander staat in schril contrast met het Meppeler Roekenplan dat vorig jaar werd geïntroduceerd.
'Ik zie nog weinig van die voornemens in de praktijk gebracht. De gemeente Meppel kapt bomen in plaats van ze te behouden. Tegenwoordig zie je in Meppel en Steenwijk al roeken broeden in lagere bomen, zoals elzen en berken bij gebrek aan populieren. En waar blijven de afspraken met buurgemeenten? In gezamenlijkheid kunnen ze zorgen voor goede broed-en overnachtingsplekken voor roeken. En afspraken maken over het handhaven van de bescherming van de roeken op het platteland. Want anders blijven roeken noodgedwongen de binnensteden en dorpskernen opzoeken.'
  

Aantal roekenparen in dorpen en steden Zuidwest-Drenthe in geselecteerd gebied van 500 km2 Aantallen tot 2000 stabiel. (Bron: Michel Klemann)
De Wijk 696, Dwingeloo 0, Havelte 774, Hoogeveen 390, Meppel 715, Nijeveen 59, Ruinen 7, Ruinerwold 301, Staphorst 244, Steenwijk 289.

Reactie uit de rubriek Brieven (Meppeler Courant 26 april 2000)

Brieven

Deze rubriek staat open voor iedereen, maar de redactie behoudt zich het recht voor brieven in te korten. Brieven mogen niet meer dan 200 woorden bevatten. Plaatsing van een brief betekent niet dat de redactie instemt met de inhoud of strekking. Anonieme brieven worden niet geplaatst.

Roekenprobleem

Wat in het artikel van Bert Jansen en Bert Kuiper ’Roekenprobleem aan mensen te danken’ in de krant van j. vrijdag opvalt, zijn de kromme redeneringen van roekenliefhebber Michel Klemann. Drogredenen voor en na, met als mooiste: 'Mensen die last van roeken hebben schreeuwen het hardst. Mensen die roeken een warm hart toedragen, hoor je nooit'. Is dat zo’n wonder? In ieder geval mag duidelijk zijn dat meneer dit krijsend en schijtend (on)gedierte zelf niet als naaste buren heeft. Want neem van mij aan: wie echt last van roeken heeft. is gauw liefhebber-af. 'Regen is ook niet altijd leuk, daar protesteert toch ook niemand tegen?' Kom nou, meneer Klemann, beter luisteren! Je kan er alleen niks tegen doen. Met roekenoverlast ligt dat anders. 'Roeken zijn een onderdeel van de natuur'. Inderdaad, maar een stedelijke woonomgeving is nou een keer geen natuur' Onkruid. zegt men, zijn planten die voorkomen op plaatsen waar men ze niet kan gebruiken Op ongedierte is dezelfde definitie van toepassing.
R. Strikwerda,
Parklaan 8, Meppel


Uit de rubriek Mondjesmaat (Meppeler Courant 26 april 2000)

'Niemand durft het hardop te zeggen, maar het jachtgeweer kost menige roek de kop. En daarmee beginnen de problemen voor Meppel en Steenwijk. Roeken willen toch broeden of overnachten en zoeken dan maar veilige plekken in hoge bomen in de steden.' (Doceert vogelkenner Michel Klemann uit Meppel).