Nieuwsblad van het Noorden 28 februari 2000

'Roeken zijn prachtige vogels,ze brengen de natuur in de stad'

Waar een kolonie roeken opduikt, volgen de protesten van omwonenden haast als vanzelf. De zwarte vogels, die vaak met honderden tegelijk hun intrek nemen in hoge bomen, krijsen van 's ochtends vroeg tot 's avonds laat en poepen de hele buurt onder. Sommige omwonenden worden er zelfs letterlijk ziek van. Gemeenten proberen dan ook van alles om het roekenprobleem op te lossen. Onbegrijpelijk, vindt vogelliefhebber Michel Klemann uit Meppel. "Roeken zijn prachtvogels."

'Nepzeearenden jagen roeken weg', las Michel Klemann ruim twee weken geleden in de krant. De gemeente  Hoogeveen zet plastic roofvogels in om de roekenkolonie die zijn intrek heeft genomen op de begraafplaats aan de Zuiderweg te verjagen. Nee hè, niet weer, was zo ongeveer de reactie van de vogelaar uit Meppel.

Al een aantal jaren ziet Klemann, die in Zuidwest-Drenthe de roekenstand in kaart brengt, aan hoe de Drentse gemeenten omgegaan met de roek. Met lede ogen. De vogels, een beschermde diersoort nota bene, worden verjaagd - zoals Hoogeveen nu probeert - of afgeschoten, zoals een paar jaar geleden op de markt in Emmen. Of de hoge bomen waarin roeken nestelen worden omgehakt, wat vorige week nog gebeurde in Meppel en Noordlaren. "De gemeenten geven een wel heel slecht voorbeeld van hoe om te gaan met natuur in eigen omgeving", vindt Klemann. Ze hanteren volgens hem een beetje het principe 'natuur beschermen is prima, maar wel graag aan de andere kant van de aardbol'.

Lawaaierig

Klemann snapt er niets van dat de meeste mensen zo'n hekel hebben aan roeken. "Waarom zijn roeken zo'n probleem? Die beesten zitten daar gewoon. Okee, die roeken in Hoogeveen kakken het kerkhof onder. So what? Die mensen zijn toch dood. Sommige mensen vinden roeken zo lawaaierig. Wat ze dan vaak doen is knalapparaten neerzetten om ze te verjagen. Nou, die maken nog veel meer lawaai. Gemeenten besteden tienduizenden guldens om de overlast te bestrijden. Laat ze dat geld gewoon aan de klagers geven, volgens mij hoor je dan niemand meer over roeken."

Het verdrijven van roeken heeft volgens de Meppeler vogelaar ook bar weinig zin. "Het betekent een verplaatsing van het probleem. Als je roeken op de ene plaats wegjaagt, duiken ze gewoon op een andere plek weer op. Vlak voordat het broedseizoen begint - de periode dat het schier onmogelijk is om een vergunning te krijgen voor het verjagen of verstoren van roeken - proberen gemeenten nog snel even de kolonies die overlast veroorzaken weg te jagen. Meestal zonder dat daar volgens Klemann een gedegen plan aan ten grondslag ligt.

Foto: Jan Bouwman

Michel Klemann snapt niet waarom roeken zoveel weerstand oproepen.
Hij vindt dat gemeenten heel anders met de vogels om moeten gaan.

Veiliger

"Verjagen heeft alleen maar zin als die vogels ook daadwerkelijk ergens naartoe kunnen. Anders duiken ze gewoon op een andere plaats in de stad op. Steden zouden in het buitengebied plaatsen moeten creëren waar roekenkolonies kunnen broeden en voedsel vinden. Maar vooral in het buitengebied wordt rücksichtlos op roeken gejaagd. jagers weten vaak niet eens het verschil tussen een kraai en een roek, maar beginnen gelijk te schieten. Daardoor zijn er de afgelopen jaren steeds meer roeken naar de stedelijke gebieden gekomen daar is het veiliger. Wil je dat probleem oplossen, dan zul je toch eerst moeten zorgen dat de roeken weer ergens terecht kunnen."
Veel beter nog dan roeken als een probleem af te schilderen, is het volgens Klemann als de gemeenten 't over een geheel andere boeg moeten gooien. "Laat ze eens aan de bevolking vertellen wat voor prachtige, levendige vogels roeken zijn en dat het juist mooi is dat er roeken zitten, omdat ze de natuur in de stad brengen. Het is toch zonde dat als er eindelijk eens wat natuur in de stad is, dit meteen wordt gezien als overlast." Als de gemeenten de roek op een positieve manier benaderen, neemt volgens Klemann het geklaag vanzelf wel af. "Roeken zijn een natuurlijk verschijnsel, net als regen. Wanneer het regent eist er toch ook niemand van de gemeente dat die daar een eind aan maakt?"

JACQUELINE WOUDA