NRC 8 april 2005

Roeken verjagen lukt niet, maar verhuizen wel.

Roekenkolonies veroorzaken op veel plaatsen ernstig overlast. In Drenthe laten roeken, een beschermde vogelsoort, zich sinds kort verhuizen door een gedragsbioloog. In het buitenland bestaat interesse voor deze aanpak.

Door onze redacteur Rob Schoof
Dwingeloo, 8 april.

Al jaren terroriseren ze begraafplaatsen, pleinen en terrassen. Rouwprocessies op de begraafplaats van Hoogeveen hadden er in het voorjaar last van, toeristen in Dwingeloo, bejaarden in Meppel: krijsende en schijtende roeken, die zich zelfs niet met vuurpijlen lieten verjagen uit de Drentse boomtoppen.

Al jaren terroriseren ze begraafplaatsen, pleinen en terrassen. Rouwprocessies op de begraafplaats van Hoogeveen hadden er in het voorjaar last van, toeristen in Dwingeloo, bejaarden in Meppel: krijsende en schijtende roeken, die zich zelfs niet met vuurpijlen lieten verjagen uit de Drentse boomtoppen.

Nu overheerst op de meeste van die plaatsen weer stilte of merelgezang. Op de Oude Brink in Dwingeloo drinken terrasjesmensen koffie bij Hotel Wesseling, zonder de bescherming van parasols tegen de vogelpoep. "De afgelopen jaren was het hier verschrikkelijk", zegt hotelier Erik Wesseling. "Nog steeds vragen gasten eerst of de roeken al weg zijn voordat ze reserveren. Van 's ochtends vroeg tot 's avonds laat krijsten ze en poepten ze de gasten weg. Ik heb het wel eens met een alarmpistool geprobeerd, maar je kreeg die beesten niet weg. Een paar jaar geleden heeft de brandweer het waterkanon erop gezet, maar dat kwam in de krant - daar was de burgemeester niet blij mee."

In de eiken waarin vorig jaar nog honderden roeken huisden, is nu niets meer te zien, behalve een opvallende, geelzwarte bol die hoog in een van de bomen bungelt in de wind. Het ding hoort bij de grote verhuizing van de roekenkolonies die kortgeleden is ingezet in enkele gemeenten in het zuiden van Drenthe en Noord-Overijssel. De gekleurde bol moet de roeken, een kraaiensoort, de boodschap "narigheid" overbrengen, zegt Diererik van Liere, gedragsbioloog uit Assen, die een plan bedacht om de roeken te verhuizen naar locaties waar zij niemand tot last zijn.

De kern van zijn project, gesubsidieerd door het Faunafonds en gesteund door het ministerie van landbouw, is dat Van Liere de vogels niet alleen wegjaagt, maar ook hun kolossale nesten tijdig verwijdert en de roeken elders een alternatief biedt. Zo werd de begraafplaats Zuiderweg in Hoogeveen nagenoeg schoongeveegd. Vorig jaar werden rouwenden nog dagelijk geteisterd door meer dan 350 roekenparen die zich in de bomen boven de graven hadden genesteld. Nu is het letterlijk doodstil. In de toppen van de eiken zijn nog drie nesten te zien, die later op de dag worden weggehaald. Dat gebeurt elke dag opnieuw, totdat de roeken het er voor gezien houden.

Van Liere: "Roeken kunnen in anderhalve dag een nest van driehonderd takken bouwen, dus je moet ze heel consequent verwijderen, anders blijven ze komen."Hij kreeg er een speciale vergunning voor, want het verstoren van beschermde vogels en het verwijderen van nesten is verboden. Als er eieren in een nest liggen, laat Van Liere het ongemoeid.

Van Liere observeerde met studenten van de Universiteit Utrecht de vogels om te ontdekken waar zij zich verzamelden en overdag hun eten vandaan haalden. Geen ingewikkelde onderzoekmethoden - gewoon erachtgeraan fietsen. Hij ontdekte dat de vogels fourageerden in de weilanden langs de A 37, even buiten Hoogeveen. In december verplaatste hij twintig roekennesten van de begraafplaats naar bomen langs de snelweg. Van Liere bood de vogels daar manden met granen en takken aan om het ze gemakkelijk te maken. Het werkte. Ruim drie maanden nadat de nesten handmatig waren verplaatst, begonnen de roeken zelf nesten te bouwen langs de rijksweg. Inmiddels schat Van Liere dat er honderd nesten zijn. "Echt een knaller", zegt hij over dat resultaat.

Op andere plaatsen, zoals Dwingeloo, Meppel en Slagharen, lokte Van Liere de vogels door in de bomen een cd-speler met magafoon op te hangen die op de verzameltijdstippen tijdens de schemering werden afgespeeld.

Inmiddels willen tal van andere gemeenten het voorbeeld van Van Lieres project in Drenthe en Overijssel volgen. "De overlast van roeken speelt op veel plaatsen in Nederland, alleen nog niet in het westen. Ik denk dat het aantal roekenkolonies binnen de bebouwde kom stijgt door ongecoordineerde verjaagacties en omdat ze uit het buitengebied worden verjaagd. In de akkerbouw veroorzaken ze schade met het uittrekken van maisplantjes en door het eten van zaden. Maar wat onvoldoende wordt erkend, is dat ze ook larven eten die schadelijk zijn voor gras en gewassen. Roeken zijn dus ook nuttig."

Het succes van Van Liers verhuismethode heeft ook de interesse buiten nederland gewekt, later dit jaar gaat de adviseur in dierengedragingen naar Duitsland om te adviseren bij een grote kolonie roeken bij een ziekenhuis in Rechlinghausen.Inmiddels heeft hij ook contactn met Schotland.

Het simpelweg wegjagen van roeken is zinloos. "Alles om hen heen wordt ingeprent zodra ze uit het ei komen: de omgeving, de bomen, de geuren, de geluiden. Je kunt ze wel verjagen, maar zij blijven met hun referenties werken, de plek opzoeken waar zij zich thuisvoelen. Ze hebben altijd de neiging terug te keren. Dat moet je zien te doorbreken door de vogels die dit voorjaar worden geboren andere referenties in te prenten."

Roeken, zegt hij, zijn zeer intelligente dieren, Van Liere noemt ze de "apen onder de vogels". Van de dieren is bijvoorbeeld vastgesteld dat zij "gereedschappen" gebruiken; ze hebben het inzicht om te zoeken naar voorwerpen om te voorkomen dat water ongewenst wegloopt. Vandaar ook dat Van Liere besloot in te spelen op de mogelijke afkeer van de vogels voor bepaalde kleurencombinatie. Op tal van plaatsen in Drenthe hangen inminddels geelzwarte bollen in bomen waar roeken niet welkom zijn. Geelzwart is een combinatie waarvan wetenschappers vermoeden dat het de vogels afschrikt. Mogelijk dat stekende insecten als wespen ermee te maken hebben, of geelzwart-gekleurde rupsen waarvan de vogels moeten braken als ze ze eten. De ambtenaren die de roekennesten uit de bomen verwijderen, dragen een zwartgeel hesje - ook dat draagt bij aan het wegblijven van de vogels op ongewenste hangplekken. "Nu we dit weten kunnen we in de toekomst misschien al preventief met dit soort middelen roeken informeren, om te voorkomen dat ze zich op een ongewenste plaats gaan nestelen."