Knipselkrant Vogelbescherming Dec 2001

Kraaiachtigen, een lust of een last

DEURNE - Het gaat redelijk goed met de kraaiachtigen in Nederland. Toch worden de kraaien, roeken, eksters en kauwen nog vaak afgeschilderd als rovers, die de agrarische sector veel schade berokkenen. We moeten deze mooie, slimme vogels echt teren waarderen', vindt regioconsulent Toon Voets van de Vogelbescherming. “Door goede voorlichting is hopelijk een omslag op komst. En worden ze niet meer als last, maar lust ervaren.”

Voets werkt als regioconsulent in de provincies Oost-Brabant, Limburg en het rivierengebied van Gelderland. Zijn werk bestaat hoofdzakelijk uit het mede bepalen van het natuurbeleid van de provinciale overheden. Ook is Voets centraal aanspreekpunt voor de plaatselijke vogelwerkgroepen (zo'n vijftig) in zijn werkgebied. In Nederland werken vijf regioconsulenten Vogelbescherrning.

Flora en fauna
In 1998 werd de nieuwe flora en faunawet aangenomen door de Tweede Kamer. Deze wet moet onder meer gaan leiden tot de oprichting van faunabeheereenheden. In Noord-Brabant komen één à twee eenheden. Deze gaan gedetailleerde plannen maken voor de natuurontwikkeling in de regio. Het beheerbeleid wordt - met degelijke onderbouwing - gestoeld op de omvang van de dierenpopulatie. .De nu bestaande wildbeheereenheden, feitelijk zijn het groepen jagers, zijn in de toekomst alleen nog uitvoerend bezig", weet Voets.

Vogelbescherming
In het zuiden van Nederland is volgens Voets vooraf veel voorlichtingswerk te doen ten opzichte van vogelbescherming. Zo worden kraaiachtigen nog steeds vervolgd. Dit zijn: zwarte kraai, roek, kauw, vlaamse gaai, ekster en raaf. Vooral In het zuiden Is er nog altijd weinig kennis van kraalachtigen.
Van oudsher is er veel boerenland en een breed verspreide jacht. Kraaiachtigen werden vroeger gezien als schadelijk voor de landbouw omdat ze gewassen zouden eten en vernielen. Vooral zwarte kraaien hadden het vaak gedaan", zegt Voets. Nu nog worden ze vaak gezien als de boosdoeners."
Een misverstand, volgens Voets. .De zwarte kraai is een alleseter die voornamelijk dode dieren eet. Een echte restjesopruimer en dus nuttige vogel. De zwarte kraai leeft als koppel in een territorium. Grote groepen kraaien die je soms ziet fourageren, zijn jonge vogels die zijn verstoten door de ouders. Er is te weinig territorium, dus wachten deze vogels hun kans af om, als er een plaatsje vrijkomt, dit in te nemen als partner. De jonge vogels in de groep zullen niet nestelen en krijgen dus geen jongen.”
Uit onderzoek blijkt dat zwarte kraaien de eksterpopulatie onder de duim houden. Doordat zwarte kraaien dominant zijn, trekken de eksters meer en meer naar de bewoonde gebieden en loopt hun aantal in het buitengebied achteruit. De vlaamse gaai, hoofdzakelijk een vruchteneter (noten, eikels) neemt langzaam toe in het buitengebied. Volgens Toon Voets zijn deze prachtig gekleurde vogels schuw en meesters in het imiteren van geluiden.
Ook de roek, sinds 1977 beschermd, heeft de aandacht van Voets. In Nederland is de roekenpopulatie de laatste vijf jaar min of meer stabiel met zestigduizend broedparen. "De roek is een nuttige insekteneter die vooral emelten (de larven van de langpootmug) eet. Als een grote groep roeken fourageert op een weiland, Is dat een slecht teken voor de kwaliteit van het grasland. Emelten eten namelijk de wortels van het gras.”
In Deurne en omgeving leven volgens Toon rond de negenhonderd paren. Er is in 2000 heel wat te doen geweest rondom de kolonie De Wieger in Deume. Een aantal omwonenden had klachten over geluid en uitwerpselen. Na heel wat gehakketak werden 32 nesten verwijderd”, verteld Toon.
Onterecht, zo Is gebleken. In hoger beroep bepaalde de Raad van State dat in de toekomst geen nesten meer mogen worden weggenomen. Volgens Voets is deze ingreep sowieso nadelig, omdat bij verstoring van de kolonies kleinere groepen ontstaan die snel aangroeien.
De vogelbescherming vroeg de gemeente Deurne reeds In 1997 een roekenbeschermingsplan te maken en daarin beschermde locaties aan te wijzen. Ofwel: plaatsen waar de overlast beperkt blijft en de omgeving voldoet aan de eisen van de roek, qua voedselaanbod en nestgelegenheid. Helaas is volgens Toon Voets nog altijd niets ondernomen door de gemeente.