Wolder Courant 12 december 2001

Deze week is de reactie afkomstig van mevrouw Hillie Waning-Vos. Zij is lid van de Stichting Natuurbehoud  Noordoost Overijssel en actief in het inventariseren en observeren van de roek. Mevrouw Waning-Vos pleit ervoor dat mensen ook de leuke kanten van de roek leren waarderen.

Hillie Waning-Vos
De roek draagt een broek

Al jaren inventariseer ik 3 roekenkolonies in mijn dorp Slagharen. Elk jaar worden van  alle kolonies in de omgeving de nesten bij elkaar geteld. Daaruit blijkt dat er een hele lichte stijging is, niet iets om je ongerust over te maken.
Nu heeft de roek, die tot de kraaiachtigen wordt gerekend, een hele slechte naam opgebouwd bij de mensen. Meestal kunnen de mensen geen zwarte kraai, kauw of roek van elkaar onderscheiden. Al deze vogels zijn zwart en wat zwart is boezemt angst in. Op jonge leeftijd krijgen kinderen dit al ingeprent. Vroeger waren het zwarte katten en heksen en nu zwarte piet en de kraai. Kent u het niet; een witte hond is aardig en een zwarte hond is zeker vals?
  Nu heeft de roek een broek aan. Zijn verenpak loopt gedeeltelijk door tot aan de knie. De snavel is grijsachtig en bij de kop lijkt dat grijs op stukjes schurft. Hij wordt daarom ook wel schurftkraai genoemd. Zijn echte Latijnse naam 'Corvus frugilegus' betekent 'veldvruchten verzamelend'. Dat klopt want graszaden, maar ook rogge, haver en maiszaden behoren tot zijn menu. Daar wordt een boer echt niet vrolijk van als een kolonie roeken zijn land aandoet. Maar daarnaast eet de roek ook dierlijk voedsel zoals emelten en engerlingen, die de grasmat van de boer kaal eten. U zult wel begrijpen dat de gifspuit hier aan te pas komt als de roek ze niet opeet. Nu heet dat met een mooi woord 'gewasbescherming' maar het is nog steeds hetzelfde gif.
  Roeken broeden in kolonies lekker veel bij elkaar in hoge bomen. Maar in ons landschap en economie moet alles wijken, Zeker ook omdat de roek zijn nestgelegenheid dicht bij de mens zoekt. Roeken en mensen lijken wel op elkaar: gezellig bij elkaar, lekker kletsen, samen eten zoeken, net als de mens gezellig met de buurvrouw naar de markt.
  Als je zo'n kolonie dicht bij je huis hebt geeft dat een enorme overlast aan lawaai. Nu is het zo dat wanneer je je aan iets stoort dit probleem steeds groter wordt. Denk maar eens aan de buren die steeds hun stereo-installatie hoger zetten. Ik zou u willen adviseren om, als u in de gelegenheid bent, een kolonie in februari, maart en april te observeren. Hun klanken zijn voor ons als mens een taal die ze gebruiken om met elkaar te communiceren.
  In ons dorp storen sommige mensen zich aan het lawaai en de overlast van poep en takken. Daarom kwam er een moderne vogelverschrikker gewapend met een pistool van de gemeente om de roeken te verjagen. Het was net voor het broedseizoen, dus de roeken waren erg honkvast. Het jaar daarop kwamen ze vroeger.
  Het gevolg was dat de kolonie zich opsplitste in, ja hoor: meerdere kolonies. Op het terrein van attractiepark Slagharen werden ze ook verjaagd. In plaats van 3 werden er daarna 15 kolonies geteld. U zult zich nu afvragen of het wel nodig was om deze vogels te verjagen. Wat mij betreft niet: nu moest ik overal heen om de nesten te tellen.
  Het jaar daarna ging het aantal kolonies weer terug van 15 naar 7. Het verjagen van roeken moet goed overwogen worden. Als er geen goed gebied in de buurt is waar ze kunnen nes- telen resulteert verjagen in veel kleine kolonies. Hier zit men ook niet op te wachten. Een goede voorlichting: hoe ziet een roek eruit, wat eet hij etc. zal ervoor zorgen dat sommige mensen de roeken beter begrijpen. Het samenleven met de roek zal dan voor minder problemen zorgen en dat zal deze vogel ten goede komen. Dat verdient deze vogel echt.