(Zwolse Courant 11 februari 2002)

Gedragsbioloog: De Wolden heeft de kans om verjaagtheorieen in de praktijk te brengen 

Nieuw wapen in strijd tegen roek

Van onze verslaggever Harald Buit 
KOEKANGE  De Wolden als landelijke proeftuin voor verjaagtechnieken van roeken? Het lijkt ver weg, maar volgens gedragsbioloog Diederik van Liere uit Assen heeft de plattelandsgemeente alle ingrediënten om theorieën over het verjagen van roeken in de praktijk te brengen. „De overlast wordt onderkend, er zijn voldoende agrarische percelen en er lijkt voldoende draagvlak onder de landeigenaren om ideeën uit te proberen." 

Daarmee Staat de werkgroep van het project 'Roeken in De Wolden, lust of last' al bij de start van de gemeentebrede discussie over deze beschermde vogels voor een zeer interessante uitdaging. Er zijn voldoende theorieën over het tegengaan van overlast door roeken. 
Praktijkvoorbeelden zijn er amper. Weliswaar worden nepzeearenden (in onder meer Hoogeveen) ingezet, maar de effecten daarvan zijn marginaal. Deze stilstaande objecten zijn niet bedreigend voor de roek, weet Van Liere. Schakel dan echte natuurlijke vijanden in, zoals de havik, vindt hij. Maar er zijn meer ideeën om roeken te verjagen, zo kregen de tientallen belangstellenden vrijdag in dorpshuis De Schakel in Koekange te horen. Want dat de  roekenproblematiek leeft, is evident. 
Een theorie is geënt op het herhaaldelijk verstoren van de nestbouw tussen februari en april. Het zogeheten roekenalarm (schrille toon) kan daarbij helpen. Maar de vogels moeten dan wel een alternatieve bomengroep en nestelmateriaal geboden worden. Van Liere: „Als die theorie klopt, dan zou dat alternatief de nieuwe nestelplaats voor de volgende generaties roeken kunnen worden." 
En ten aanzien van de overlast voor akkerbouwers (graanschade): „Breng een misselijkmakende stof op het graan aan en biedt de roek een associatie met die behandelde akker door er linten aan te brengen. 
Het lint betekent voor de vogel: 'misselijk worden'." Van Liere verwacht dan dat de roek wegblijft en zijn kostje elders zoekt. Een andere theorie voor het afschrikken van de roeken is de vogels te confronteren met dode of nagemaakte soortgenoten.
Hoe dan ook, voor een succesvol roekenbeleid lijkt praktijkonderzoek van wezenlijk belang. „Dat moet ergens beginnen en waarom niet in De Wolden?", sloot discussieleider Albert Haar de startbijeenkomst af. 

, De roek is winstgevend'

KOEKANGE - 
Roekendeskundige Michel Klemann uit Meppel baarde vrijdagavond opzien met zijn kijk op roeken. Lag het accent in de volle zaal vooral op de schade en overlast die de beschermde vogels veroorzaken, Klemann wenste vooral de positieve kanten van de vogels te belichten. „De roek is winstgevend",  opperde hij. „Het nut van de vogels is ruim drie keer zo groot als de schade." Hij baseert zijn theorie op onderzoek van de maaginhoud van zesduizend roeken. Daarin zaten aanzienlijk meer schadelijke insecten en onkruidzaden dan zaken die onder schadevraat vallen. Vervolgens liet Klemann er een rekensom op los, uitgaande van de l ,3 miljoen schade die roeken aan gewassen toebrengen. Slotconclusie: het positieve saldo per roek is ruim acht euro. „De bescherming van de roek moet dus nog verder worden uitgebreid." Hoongelach en wegwerpgebaren vielen hem na deze ontboezeming ten deel. 
Klemann gaf later toe dat zijn berekening waarschijnlijk feitelijk niet klopt, maar het brengt volgens hem wel meer evenwicht in de discussie. Want: „Die vogels zijn ontzettend nuttig."